LICHAAM

+ eten

Elk woord rolt zo appetijtelijk uit zijn mond – ik moet de hele tijd aan verse broodjes denken als ik naar hem luister.
Hans Castorp tegen zijn neef Joachim Ziemßen na zijn eerste ontmoeting met Luigi Settembrini in De Toverberg.

Aspergesoep

Waarom wilde Yves Altman in het tweede hoofdstuk van De kuur per se aspergesoep? Dat had hij naar eigen zeggen uit Het Boek maar wie naarstig gaat zitten bladeren in De Toverberg komt niet veel verder dan het volgende citaat:

Het eten was voortreffelijk. Er was aspergesoep, gevolgd door gevulde tomaten, braadvlees met uitgebreid garneersel, een bijzonder smakelijk bereid, zoet gerecht, een kaasplateau en fruit. Hans Castorp at stevig, hoewel zijn trek niet zo flink bleek als hij gedacht had. Maar hij was gewend veel te eten, ook als hij geen honger had, en wel uit zelfrespect.

Daarna wordt er wel vaker soep gegeten door Hans, soms is het een ‘stevige soep’ dan een meer specifieke soort, zoals een ‘juliennesoep’. Maar in het hoofdstuk getiteld 'Eeuwigheidssoep en plotselinge helderheid' heeft de soep met oersoep en cyclische tijdsopvattingen te maken.

 

Youth
Stilleven met vruchten, Coenraet Roepel

Maaltijden en menu’s.

 

Documents Decoratifs, 1901 – Alphonse Mucha

 

Een eerste vereischte voor een maaltijd is, dat deze smakelijk is toebereid, een tweede vereischte is: het smakelijk opdienen. Immers: het oog wil ook wat en de fijnste spijzen lokken niet tot toetasten, wanneer het vaatwerk gebarsten of gehavend is, het tafellaken groezelig, het tafelzilver beduimeld en de glazen vettig zijn.

Ook een geruischlooze en perfecte bediening is van belang.

(Zie hiervoor de letter T: Tafel dekken en dienen).

Wanneer wij ons in dit boek bezig houden met maaltijden en menu's dan zullen dat uiteraard de feestelijke en buitengewone maaltijden en menu’s zijn.

Wij vertrouwen, dat onze Hollandsche huisvrouwen de voorlichting, die zij bij de dagelijksche pot evt. behoeven, uit ieder kookboek zullen weten te halen.

Veel wat geldt voor den feestmaaltijd geldt evenzeer voor den dagelijkschen maaltijd.

Smakelijk toebereiden en opdienen is reeds zooals gezegd een eerste vereischte hetwelk voor alle maaltijden geldt. Hetzelfde is het geval met de volgende eischen: De maaltijd moet afwisseling in de juiste volgorde bieden terwijl de samenstelling van het menu geen opeenhooping van spijzen rijk aan vet en koolhydraten of aan zetmeel te zien mag geven. Een menu bestaande uit aardappelsoep, bruine boonen met spek en griesmeelpudding is wat samenstelling betreft dan ook heelemaal verkeerd.

Neemt men inplaats van de zetmeelrijke aardappelensoep klare bouillon met eierballetjes en in plaats van de griesmeelpudding gestoofde rhabarber dan wordt het al veel evenwichtiger.
Hoe hoort het eigenlijk? Amy Groskamp-Ten Have, 1939

 

Documents Decoratifs, 1901 – Alphonse Mucha
Documents Decoratifs, 1901 – Alphonse Mucha
Gala Peter Bière Feldschlösschen

 

Vrij vroeg begint in De kuur het vreten, of netter gezegd, de aankondiging van dodelijke schranspartijen. Yves Altmans oudste zoon Brie lijdt van kindsbeen af aan vraatzucht. Zijn vrouw Minette is zwanger en het beeld dat ik voor ogen had was dat van een mannetje en een vrouwtje die met hun dikke buiken tegenover elkaar staan. Twee duikelaars die nauwelijks nog controle over hun lichaam hebben en constant met elkaar in gevecht zijn. Of, zoals Brie vrolijk roept: ‘De dikkebuikenclub eist een spoedoverleg!’

Ondertussen sleept hij zichzelf voort, stiekem hopend op een familielid dat hem tegenhoudt.

Meer wetenswaardigheden over eten in de Nederlandse literatuur kun je lezen op www.groene.nl/artikel/weerzinwekkende-smakgeluiden

Absint

Billy Altman ontmoet Thomas Weisacker, de zoon van de beheerder van de Botanische tuin, boven op de Toverberg en ze wordt zo snel verliefd op hem dat de wolken in de tussenliggen pagina’s nauwelijks een seconde zijn opgedreven. Soms hoor je iemand en weet je, o jee. Ik heb concrete citaten uit De Toverberg in De kuur opgenomen. Op dit punt van De kuur aangekomen, geeft het Hollandse landschap stem via een bekend gedicht: Afsluitdijk van M. Vasalis, geschreven in 1945. De berg die hier de verteller is, weet de regels samen met Billy noodlottige adem in te blazen:

Links ligt de zee
getemd maar rusteloos

Maar de berg laat de volgende regels achterwege:

wij kijken uit
een kleine maan schijnt zacht.

Meer lezen van Vasalis kan ondermeer op http://vasalis.nl

Der Kuss
Gustav Klimt, Der Kuss, 1908/09

 
 
 
 

Youth
Youth, Paolo Sorrentino

 
 
 
 

Bladerend leek Billy weg te dromen, de hoed op het dressoir, haar hoge voorhoofd glom. Hij probeerde haar gedachten te lezen, haar stemming te peilen, de gelijkenis met haar moeder weg te zuiveren. Wat te zien was in de tuin, was projectie van zijn eigen sentiment: hier, tegenover hem aan tafel, was ze een ander mens, onafhankelijk, lastig. Onherkenbaar. Een obstakel dat overwonnen moest worden. Verrassend hoe verzorgd haar handen waren, nagels gelakt in een decente tint. Ze droeg anders rood, op haar lippen ook. Nu niet. Huidskleur. Naakt. ‘Lees gewoon een stukje,’ zei hij beheerst. Iedereen keek op. Het maakte hém niet uit wat ze voorlas, een passage over Zwitserse bergen, de aankomst van Hans in Davos op het treinstation, de eetzaal en de slechte-Russen-tafel, over ruim een week... ‘Jaja, capisce, ik snap het al, luister maar.’ Ze haalde diep adem en keek met een grijns de tafel rond: de oude Billy. De schijngestalte verdween nog meer zodra ze met hese stem begon te lezen.
De kuur. Emily Kocken, Querido, 2017

 
 
 

Daphne Groeneveld, Dior Campaign
Daphne Groeneveld, Dior campagne